Blog van Jan-Willem Scheurwater en Jannet Scheurwater over het begrijpen van klassieke muziek

Muze

Muze
De negen muzen — Clio, Thaleia, Erato, Euterpe, Polyhymnia, Calliope, Terpsichore, Urania, Melpomene —Romeinse sarcofaag, 2e eeuw

Shostakovitsj' Twaalfde symfonie in d-klein op.112 'Het jaar 1917' 'Ter nagedachtenis van Lenin'

I. Revolutie Petrograd: Moderato-allegro
II. Razliv: Adagio
III. Aurora
IV. De morgenschemering van de mensheid:  Lístesso tempo


Een oppervlakkig oordeel
Het oordeel over de Twaalfde Symfonie is weinig positief. Krzysztof Meyer zegt in zijn prachtige biografie over deze symfonie: 'Helaas voldeed het werk niet aan de verwachtingen. Het materiaal is van niet al te beste kwaliteit. Thematisch storend zijn enkele banaliteiten en het soms al te grote pathos' (Krzysztof Meyer, Sjostakovitsj, Olympus, 2006, pag. 379). De reactie in Amerika is: 'Is er meer dan één Sjostakovitsj?' (pag. 381) De nieuwste symfonie is een van de zwakste werken van Sjostakovitsj en het vierde deel is daarbij nog eens het minst interessant, aldus Meyer (pag. 380).
Met de Twaalfde wordt ook de componist zelf bekritiseerd. Men twijfelt aan zijn optreden, aan zijn innerlijke houding tegenover de communistische partij en haar geschiedenis. Pleegt hij geen verraad aan het volk in deze symfonie, geschreven ter ere van de revolutie en ter nagedachtenis aan Lenin?! Maakt hij uit angst of zwakte geen oppervlakkige knieval voor Lenin, Stalin en Chroetsjov?
De cellist Rostropovitsj denkt een mogelijke verklaring te kunnen geven voor de bediscussieerde kwaliteit van de Twaalfde en enkele andere werken: 'Zijn geweten stond hem niet toe deze werken zo goed te schrijven dat hij geschiedenis zouden maken, ... Jammer dat zijn genie daar zoveel tijd mee verspilde' (pag 381).
Bij het horen van de Twaalfde lijkt dit negatieve oordeel bevestigd te worden. Het werk maakt een heel andere indruk dan de Zevende en Achtste, lijkt ver verwijderd van de Vierde. Is Sjostakovitsj bezweken voor de macht van het communistisch systeem en haar geschiedenis? Het lijkt er wel op, want in de periode waarin de Twaalfde Symfonie ontstond, wordt hij ook kandidaatlid van de communistische partij. Op 22 augustus 1961 is de partituur van de Twaalfde Symfonie af en op 29 augustus wordt hij volwaardig lid van de partij. Op 1 oktober vindt de première van deze symfonie plaats.

Sjostakovitsj is tegen zijn wil in lid geworden van de partij, om zijn leven en zijn muziek te redden. Sinds 1948 was de kritiek op de componist en zijn werk steeds groter geworden en dat kwelde hem. Begin jaren 60 is hij zwaar depressief, een zelfmoord nabij en over de eerste resultaten van zijn Twaalfde Symfonie zeer ontevreden. Net zoals bij andere werken trekt hij mist op bij de komst van een nieuwe compositie. Hij vertelt dat hij bezig is met een nieuwe symfonie, zegt hoe deze er uit zal zien en wat het onderwerp is. Maar nadat hij dit gezegd heeft, verandert hij de muziek, subtiel of totaal. Dan nog blijft de vraag of eerder gedane uitspraken helemaal van de baan zijn. Dit is vooral de vraag voor wat de betekenis betreft. Het is een signaal van de innerlijke spanning waarin Sjostakovitsj leeft: Hij weet zich geroepen om stem te geven aan het volk, om de gevolgen van dictatuur hoorbaar te maken. Tegelijk bezwijkt hij zelf bijna onder de druk van zijn roeping, vooral door de wijze waarop de machthebbers en het systeem vanaf het begin van zijn carrière met hem spelen. De grootste marteling is dat hij niet opgepakt en niet gedood wordt. Hij wordt in leven gehouden en dat kwelt hem. Hij wordt opgejaagd en tijdens zijn vlucht moet hij ook nog componeren voor volk en vaderland (in de dubbele zin).

Toch denk ik dat het onterecht is dat deze symfonie zo negatief wordt beoordeeld.
De twaalfde is geen middelmatig of slecht werk en zeker geen knieval voor de Partij, voor Lenin en voor alles wat uit de revolutie voortgekomen is. Naar mijn mening is dat oordeel te gemakkelijk en komt het voort uit onbegrip voor de symfonie en de houding van de componist. Daarmee doen wij de componist en de Twaalfde geen recht! Ik doe een poging om de betekenis van de Symfonie te laten zien en horen.


Symfonie in d-klein
Allereerst is deze symfonie geschreven in d-klein, d-moll. Dat is de toonsoort van het requiem, de toonsoort van de dood. Opvallend voor een compositie die geschreven is voor het 22e Partijcongres waar hij even daarvoor lid van geworden is. Het is de toon(soort) die de muziek maakt. De symfonie moet een jubelzang zijn op de revolutie van 1917, die werd aangevoerd door Lenin. Lenin, die door de Partij gezien wordt als de held die voor de mensheid de deur naar het paradijs heeft geopend. Sjostakovitsj zet de nagedachtenis aan Lenin en de revolutie echter in d-klein, als muzikale ondertiteling bij dit gebeuren.


I. Revolutie Petrograd
Het eerste deel gaat over het revolutionaire St Petrograd (Later Leningrad, nu weer als vanouds St Petersburg). In 1959 schrijft hij in de Sovjetskaja koeltoera: 'Op dit moment ben ik in gedachten steeds meer bezig met een werk over de onsterfelijke gestalte van Vladimir Lenin'. Later in dat jaar schrijft hij: Van de vier delen van de symfonie zijn er twee bijna klaar ... Omdat het idee nu in mij gerijpt is, sta ik mijzelf toe dat ik iets over de inhoud van de Twaalfde symfonie zeg... Het eerste deel is een muzikale vertelling van de aankomst van Lenin in Petrograd in april 1917 en zijn ontmoeting met de arbeiders' (pag. 378). Sjostakovitch geeft in dit deel op subtiele, maar wel meesterlijke wijze commentaar op deze gebeurtenis. Hij gaat niet mee in de messiaanse verering van Lenin en de revolutie, maar deelt daarvoor  in feite de doodsteek uit.  Dit maakt hij duidelijk door het halleluja-koor uit de 'Messiah' van Händel te citeren. Echter, niet in de grootste, majestueuze setting van Händel, maar als een halleluja onder dwang. Het citaat klinkt soms dwangmatig, soms nerveus, soms militair en soms overdadig en bombastisch, maar nooit oprecht en zoals, gezegd, niet in de toonsoort waarin een halleluja hoort te staan, d-groot, maar in de tegenovergestelde toonsoort, d-klein, van de dodenmis, de rouw. Hoor bijvoorbeeld in de cd opname van Barshai Track 1, 11min 54 sec.



De componist wil zeggen: Lenin is niet de held, niet de messias, hij leidt ons  het beloofde land niet binnen. Hij is de anti-held, de anti-messias. Het rijk dat hij, Stalin en de Partij hebben gecreëerd is een rijk dat de zenuwen van het volk en de individuele mensen sloopt. Net als in zijn Vijfde laat Shostakovitsj de muziek in het eerste deel een aantal keer tot een hoogtepunt komen, die hij plotseling afbreekt door een grote toonval, waardoor het orkest als het ware instort, begeleid door de tam-tam (een soort van gong). Deze ineenstorting staat voor Sjostakovitsj's persoonlijke katastrofe en voor die van het volk. (Marco Frei, Chaos statt Musik, Pfau-Verlag, 2006,  p. 256)

De setting van het halleluja citaat is een meesterzet van de componist. Daardoor wordt zichtbaar hoe slopend het leven onder een totalitair systeem is en tegelijkertijd hoe hij daarin overleeft: door te overdrijven en het clownesk te maken, neemt hij innerlijk afstand van de parades en de heldenverering en wapent hij zich tegen de terreur. Een tragisch bestaan!


II. Razliv
Het tweede deel is het meest innige deel van de symfonie, het meest persoonlijk ook. Razliv is een kleine plaats in de buurt van Lenins hoofdkwartier. In dit dorpje zit Lenin ondergedoken in juli 1917, als hij op de vlucht is omdat er een arrestatiebevel tegen hem uitgevaardigd is. Sjostakovisch kent de omgeving van dit dorp goed omdat zijn vriend Isaak Glikman er een datscha (een vakantiehuis) heeft. Zou Sjostakovich met de naam van dit deel een subtiele boodschap geven? Lenin heeft hier ondergedoken gezeten, maar sinds Lenin en zijn opvolgers aan de macht zijn, is de Russische ziel ondergedoken. De Russen moeten op zoek naar een onderkomen, ze zijn hun land, hun ziel, hun geschiedenis kwijt. Het deel klinkt alsof het vanuit de ziel van de componist opkomt, diep, intens, vol van innerlijk verdriet dat alleen gedragen moet worden.


III. Aurora
Het derde deel is een scherzo. Het is kort, met vaart geschreven en de toon wordt alsmaar brutaler, uitdagender. Het vormt een inleiding op het slotdeel. Ook Aurora is met dubbele bodem geschreven. Het verwijst naar het historische oorlogschip dat de revolutie inzet met een schot ter opening van de aanval op het Winterpaleis. De oktoberrevolutie is begonnen, Een nieuwe periode breekt aan!
Aurora is ook de naam van de godin van het morgenrood, De Revolutie moet een nieuwe dageraad, een nieuwe periode inluiden. Alles zal anders worden, juist met het oog op het volk. Je hoort in dit deel hoe de componist het aureool om de revolutie niet stralend, maar haast clownesk maakt: dat is het karakter van het ritme, de pauken, de potsierlijke dans. De muziek is uitdagend, bijna spottend, brutaal! Zij verklankt geen goddelijk aureool om Lenin en de mannen van de Revolutie, geen morgenrood bij het aanbreken van de nieuwe geschiedenis die is ingezet oktober 1917. Het deel eindigt in een climax die overgaat in het laatste deel.




IV. De morgenschemering van de mensheid
De morgenschemering van de mensheid, zo wil de partijtop de revolutie graag zien en zo wil men de geschiedenis lezen. In parades, schoolboeken, reclameborden op de straten, films in de bioscoopzalen en in straatliederen wordt deze gedachte het volk opgedrongen.
In dit deel moet Sjostakovitsj tot een climax komen. De revolutie, Lenin, de Partij, de Sovjetregering behoren nu gelauwerd te worden in grootse triomf.
Wat doet Sjostakovisch? Hij buigt de treurmars uit het eerste deel om in triomfmelodie, de requiem toonsoort d-klein gaat de muziek nu naar d-groot. Dat zou dan een echt halleluja kunnen worden, een echte triomf voor de overwonnen strijd, want daar staat deze toonsoort voor. Maar Shostakovich komt met een slot waarin de triomf drie minuten lang wordt herhaald, eindeloos herhaald zonder dat de melodie echt tot een climax of een echt slotakkoord komt. De muziek blijft hangen. Het is goedkoop. Net als in zijn Vijfde symfonie hoor je dwangmatige paukenslagen. Net zo goedkoop als de propagandamachine van de dictatuur, waar het een parodie van is: simpel, makkelijk, volks klinkend. Het klinkt als: ik MOET juichen, onze leiders en partij MOETEN stralen, ja ik weet het, ik MOET jubelen, ik doe het al, luister dan!



Een scherp commentaar op de geschiedenis van het communisme en haar hoofdrolspelers, altijd nog actueel (Shostakovitsj had in zijn muziek overigens niet alleen het communisme op het oog).
Jammer dat deze symfonie zo slecht begrepen is ....
Deze symfonie heeft vandaag de dag wellicht nog steeds iets te zeggen, hier en daar ...

januari 2017

Jan-Willem Scheurwater
Jannet Scheurwater


literatuur:
- Marco Frei, Chaos statt Musik, Pfau, 2006
- Krzysztof Meyer, Sjostakovitsj,Olympus, 2006

cd-Tip:
- Rudolf Barshai, WDR Sinfonieorchester, Symphonies, Brilliant Classics, 1992-1998

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.