Blog van Jan-Willem Scheurwater en Jannet Scheurwater over het begrijpen van klassieke muziek

Muze

Muze
De negen muzen — Clio, Thaleia, Erato, Euterpe, Polyhymnia, Calliope, Terpsichore, Urania, Melpomene —Romeinse sarcofaag, 2e eeuw

Dvorak Symphonie Nr. 9 e-moll op. 95 >Aus der Neuen Welt< (1889)

The American Dream
Dvoraks bekendste symfonie is de negende, ontstaan in Amerika. Dat heeft een merkwaardige kant, omdat Dvorak een Tsjech in hart en nieren was. Zijn lijfspreuk was niet voor niets: 'God, liefde en het vaderland!' (pag. 78 Dvorak, Kurt Honolka). Het is nooit zijn bedoeling geweest zijn land voor een lange tijd te verlaten, laat staan dat hij had kunnen denken dat zijn beroemdste werk duizenden kilometers van huis zou ontstaan. 
Het kostte ook wel de nodige overredingskracht om hem zijn geliefde Tsjechië te laten verlaten. Maar Mrs Thurber, rijk, intelligent en ambitieus, had als voorzitster van de 'National Conservatory of Music of America', haar zinnen gezet op de bekende Europese componist. Zij wilde dat hij de man zou zijn die haar conservatorium zou leiden en die het Amerikaanse muziekleven een impuls zou geven. Er moest echt Amerikaanse klassieke muziek komen, waar het tot die tijd aan ontbrak. De Amerikaanse orkesten waren weliswaar goed, maar componisten die zich konden meten aan de internationale standaard waren er nog niet, laat staan componisten die typisch Amerikaanse muziek schreven. (pag. 52 'Dvorak in Amerika, Auf den Spuren eines gren Musikers, Miroslav Ivanov). 

De beslissing om te gaan
Als Mrs Thurber ergens haar zinnen op zette, gebeurde het ook. Het honorarium dat Dvorak aangeboden kreeg, was zo hoog dat Dvorak bijna niet kon weigeren. Toch aarzelde hij lang of hij zou gaan. Zijn vader schreef aan familie: 'Ich denke, daß er dies nicht annimmt, er ist ein guter Tscheche und Patriot und das tschechische Volk würde ihn ungern verlieten…' (pag. 56) Uiteindelijk gaf zijn familie hem de laatste zet. Dvoraks gezin stemde voor de reis naar Amerika, waarop zijn praktische vrouw Anna hem het contract liet ondertekenen én ervoor zorgde dat op de post ging (pag. 76).
Zijn besluit betekende direct een nieuw werk: Voor de 400-jarig viering van de ontdekking van Amerika moest hij een hymne over de Amerikaanse vlag componeren. Helaas, dit werk kreeg hij niet op tijd af om er zijn aankomst in Amerika mee te vieren (pag. 68). Hij schreef een ander werk voor de aankomst in Amerika, 'Te Deum'  (Op. 103) dat  op 21 oktober in New York onder zijn eigen leiding opgevoerd werd. De cantate 'The American Flag' (Op.102) werd uiteindelijk in 1893 in New York afgemaakt en 1895 voor het eerst opgevoerd.

Aankomst en werk
De ontvangst in Amerika was heel hartelijk. Het 'Te Deum' vond grote bijval (pag. 132). Zijn werk aan het 'National Conservatory of Music of America' beviel Dvorak goed. Zijn taak bestond uit het helpen vormen van talentvolle leerlingen. Het conservatorium was uniek in zijn soort. De leerlingen werden aangenomen op grond van begaafdheid. Hadden ze geen geld, dan betaalden ze niets (pag. 54,132). Ook begaafde zwarte studenten werden toegelaten, wat heel ongebruikelijk was (pag. 230). Deze benadering maakte indruk op Dvorak die in zijn jeugd bittere armoede kende. De concerten die georganiseerd werden vanuit het conservatorium waren niet alleen voor rijke betalende gasten bestemd, er werden ook avonden voor de arbeiders georganiseerd (pag. 99). 
Toch bleef Dvorak in zijn nieuwe omgeving die hij was, een echte Tsjech en diepgelovig katholiek. Net als in Tsjechië  bezocht Dvorak elke dag de mis (pag. 121).

Amerikanen, Tsjechen, Mozes en negers/zwarte mensen
Onder zijn leerlingen op het conservatorium vond hij tot zijn grote vreugde een paar 'beachtenswerte  Talente' 'aber schrecklich vernachlässigt, sie können wenig und hauptsächlich deshalb wurde ich hierher berufen, um ihnen, wenn möglich, den Weg zu weisen' (pag. 98).
Waar deze weg beginnen moest voor zijn leerlingen, was voor Dvorak geen vraag. Zijn liefde lag bij volk en vaderland en van daaruit bij de melodieën en ritmes van het volkse leven. Zijn overtuiging dat de muziek, die diep in de bevolking verankerd is, de belangrijkste inspiratiebron voor een componist moet zijn, was thuis in Tsjechië  de leidraad geweest bij het componeren. 'Er…läßt mit seinem Genius dem Ruf seiner Heimat erstrahlen, wahrheitsgetreu all das interpretierend, was der Musikkunst seiner Heimat zu eigen ist…' zei de dekaan van de universiteit van Cambridge in 1891 over Dvorak bij het verlenen van het eredoctoraat. (pag. 48) Zelf vertolkte hij het bij het werk aan zijn zevende symfonie zo: 'Gerade heute habe ich das Andante meiner neuen Symfonie beendet und bei dieser Arbeit war ich wieder so glücklich und selig, wie es bisher immer war, und möge Gott geben, daß es auch weiterhin so bleibt, denn mein Wahlspruch ist und bleibt: Gott, Liebe, Vaterland! Und nur das führt einzig zu einem glücklichen Ziel!' (pag 78 'Dvorak', Kurt Honolka) 
Naar zijn overtuiging moest Amerika, wilde het een eigen muziekcultuur ontwikkelen, daarom op zoek naar de eigen muzikale bronnen. Tegen een journalist: 'Ich hoffe, daß es mir gelingen wierd, den Schülern des Nationalen Konservatoriums beizubringen, daß es das Allerwichtigste ist, den nationale Charakterzügen und den Anstrengungen um Originalität die Treue zu wahren' (pag. 116 Miroslav Ivanov). 
In Tsjechië was deze benadering opmerkelijk. Het land leed onder Oostenrijkse overheersing. De Tsjechen moesten vechten voor eigen cultuur en taal en Dvorak nam door te componeren in Tsjechisch nationale stijl stelling in de strijd voor de (culturele) vrijheid van zijn volk. 
In zijn zoektocht naar originele muziek  van Amerikaanse bodem stuitte Dvorak op muziek van mensen die eveneens onder onderdrukking en achterstelling te lijden hebben gehad. De voormalige slaven van de plantages waren in naam vrije mensen sinds 1865, toen de slavernij afgeschaft werd dankzij de legendarische president Lincoln. In de praktijk werden de negers achtergesteld en zeker niet als volwaardige burgers beschouwd. Net zo min werd hun muziek gewaardeerd, de negrospirituals die op de plantages ontstaan waren. Deze liederen bezongen veelal bijbelse figuren en geschiedenissen. De slaven vonden in deze gebeurtenissen hun eigen benarde situatie terug en ze drukten hun verlangen naar vrijheid uit door deze bijbelse geschiedenissen intens en hartstochtelijk te verwoorden. 'Let my people go' ('Go down, Mozes') is een prachtig voorbeeld hiervan. Zoals Mozes tegenover de Farao vrijheid opeiste voor zijn volk , zo verlangden de slaven naar iemand die voor hen hun vrijheid opeisen zou. Zoals de muren van Jericho neervielen, zo hoopten de slaven op het instorten van het systeem dat hen gevangen hield ('Jericho'). 

Het ontstaan van de negende symfonie 
Dvorak maakte kort na zijn aankomst kennis met deze muziek door een van zijn studenten, de begaafde zwarte zanger Harry T. Burleigh, die hem in zijn nieuwe huis de beste negrospirituals voorzong. (Burleigh zingt de negro spiritual 'Go down Moses', klik [Hier]). De componist was gefascineerd, enthousiast (pag. 199/200). Mogelijk voelde hij verwantschap met de makers ervan, vanwege de diep geestelijke inhoud van de spirituals en vanwege de onderdrukking van zijn eigen volk in zijn thuisland. Feit was dat Dvorak de negrospirituals begon te beschouwen als de originele muziek van Amerika, ontstaan op haar grondgebied uit haar inwoners. 'Seit dem Zeitpunkt, da ich in dieses Land gekomen bin, interesseert mich die Musik der Neger und Indianer zutiefst. Charakter und Grundzüge einder Nation sind in inren Volkliedern enthalten, und deshalb, widmete ich augenblicklich meine Aufmerksamkeit den heimischen Melodien…' (pag. 199)  Naar zijn mening zullen toekomstige Amerikaanse componisten zich door deze liederen moeten laten inspireren. Het thema van 'Go down Mozes' achtte Dvorak van vergelijkbare grootte met de thema's van Beethoven. 
Hij begon deze muziek diepgaand te bestuderen en op zijn eigen originele manier te verwerken in zijn eigen composities. We vinden geen letterlijke citaten terug. Eerder probeerde hij zo een te worden met de Tsjechische volksmuziek, dat hij vanuit die geest en sfeer kon componeren. Nu benaderde hij de negrospirituals op dezelfde manier. (pag. 198) In de negende symfonie vinden we dit terug, het slotthema van het eerste deel van de negende symfonie heeft bijvoorbeeld vier maten die herinneren aan 'swing low, sweet chariot', (pag. 200)  In het zelfgenoegzame New York baarde deze benadering overigens de nodige opzien. 
De negers waren niet de enige Amerikaanse bevolkingsgroep door wie Dvorak gefascineerd was. Al jaren voor zijn komst naar de Verenigde Staten maakte het lange gedicht van H. Longfellow over Hiawatha, de wijze Indianenleraar, diepe indruk op hem. Hij vatte in Amerika het plan op een opera op dit gedicht te schrijven. Hoewel het hier jammer genoeg niet van gekomen is, heeft hij zijn uitgebreide muzikale notities hierover wel gebruikt in de negende symfonie. Zowel over het tweede als over het derde deel wordt gezegd dat zij geïnspireerd zijn door 'Hiawatha.' 'Das Scherzo meiner Sinfonie wurde von der Szene des indianischen Festes in 'Hiawatha' inspireert, in der die Indianer sinten und tanzen. Ich wollte damit den indianischen nationale Charakter mit musikalischen Mitteln zum Ausdruck bringen.' zei hij zelf (pag. 190)
Het uitdrukken van het nationale karakter, dat was voor Dvorak belangrijk. 'Eine jene Nation hat ihre Musik. Es gibt italienische, deutsche, französiche, tschechische und russische Musik. Warum niet nicht auch amerikanische Musik? Die Wahrhaftigkeit dieser Musik hängt von ihren Charakterzügen, von ihrer Farbe  ab.' (pag. 198) De originele, authentieke muziek die hij in Tsjechië in de volksdansen en volksliederen vond, vond hij niet onder de rijke elite van New York, maar bij de onderdrukten, de voormalige slaven en de indianen, die achtergesteld werden en minachtend bejegend. Bij deze muziek vond hij iets terug van zijn eigen diepe liefde voor zijn vaderland en zijn eerbied voor God. Het is voor hem vruchtbare grond, waarop een nieuwe symfonie kan bloeien.

'Aus der Neue Welt'
Dvorak begon vrij snel na aankomst met het werken aan zijn negende symfonie. Drie maanden na aankomst schreef hij: 'Jetzt arbeidde ich an einer neuen Sinfonie (e Moll). Es schijnt das der amerikanischen Boden wohltuend af meinen Sinn einwirken wird und ich würde fast sagen, daß Sie schon in der neuen Sinfonie etwas davon hören werden…' (pag. 188) Harry Patterson Hopkins, een van zijn latere leerlingen, vertelde dat Dvorak hem zei dat hij de negende symfonie oorspronkelijk in F-dur begonnen is, als uitdrukking van geluk en vrolijkheid. De betekenis van de toonsoorten in de traditie kende Dvorak en als vrome katholiek wist hij ook de kerkelijke achtergronden ervan. F-Dur staat voor pastorale herdersmuziek, voor de vrolijke geschiedenis van de herders en de geboorte van het heilig kind Jezus. 
Bij het uitwerken van de symfonie viel het tweede thema van de symfonie naar Dvoraks smaak echter te eenvoudig uit, daarom veranderde hij de toonsoort later in e-Moll. (pag. 220) Deze toonsoort staat van oudsher voor een liefdesverklaring, onschuldig en naïef, voor hoop, maar ook voor stille tranen, voor een zachte klacht. Het is voorstelbaar dat Dvorak deze toonsoort bij nader inzien meer geschikt achtte voor zijn werk. De negende symfonie was de uitdrukking van zijn ontmoeting met Amerika. Hij was erkentelijk voor alle eerbewijzen en hoopvol voor de muzikale toekomst van de Nieuwe Wereld. Hij was opgetogen over zijn ontdekking van de negrospirituals. Maar hij miste zijn vaderland en familie. Daarbij voelde hij het bestaande onrecht  in Amerika. Het eerste deel is enerzijds opgewekt en vitaal van karakter, uitdrukking van de vitaliteit die hij in het levensritme van de Amerikanen aantrof. Anderzijds geeft een Tsjechische polka er een nostalgisch gevoel aan. De verwijzing naar 'swing low, sweet chariot, to carry me home' geeft heimwee weer en laat verwantschap zien met de geest van deze negrospiritual. 
Deel twee staat in de toonsoort cis moll, de toonsoort van een boeteklacht, een vertrouwelijk gesprek met God, vrienden en je levensgezel. Maar ook verdriet over een onbevredigende vriendschap en liefde liggen in de sfeer van deze toonsoort. Dit deel is duidelijk anders van karakter dan het eerste deel, vol heimwee, onvervuld verlangen. Het deel is geïnspireerd op het gedicht over de hongerdood van Hiawatha's vrouw. Dat het geschreven is in de toonsoort van de boeteklacht is veelzeggend. Het lijkt heel waarschijnlijk dat Dvoraks eigen heimwee meeklinkt in de lyrische klank van dit deel. Gezien Dvoraks intense belangstelling voor de negrospirituals  spreekt wellicht ook het verdriet dat in deze liederen ligt, mee in dit deel. Het verdriet om de onderdrukking, het verlangen naar leven in vrijheid ('Let my people go'), waarin de eigen culturele identiteit van de zwarte bevolking tot uitdrukking mag komen en niet weggehoond wordt.  
Het derde deel, het Scherzo, staat weer in e-Moll. Het is opgewekt van karakter, feestelijk. Het deel is geïnspireerd op notities over het gedicht van het feest van de indianen bij Hiawatha. Ook hier verloochende Dvorak zijn Tsjechische wortels echter niet, hij verwerkte in dit deel een typisch Tsjechische dans (de sousedska). 
Het laatste deel geeft een majestueuze slot aan deze prachtige symfonie en staat in E-dur, de toonsoort van luid juichen, lachende vrienden, terwijl toch de volkmaaktheid nog niet bereikt is. In dit deel bereiken alle thema's hun climax en worden zij door Dvorak samengevoegd en uitgewerkt. De vreugde om zijn ontdekking van de authentieke Amerikaanse muziek, zijn vreugde om alles wat hij in Amerika aantreft en wat Amerika hem geeft, komen erin samen, zonder dat dit hem uiteindelijk bevredigde. Uiteindelijk wilde hij weer terug naar Tsjechië om zijn eigen volk muzikaal te dienen en haar muziek op hoger plan te brengen: God, liefde en het vaderland!
Het werk werd voor het eerst opgevoerd op 15 december 1893 in New York, met overweldigend succes. Nooit eerder had het werk van een Tsjechische componist zo'n bewondering gekregen. Een bewondering die blijvend was tot op de dag van vandaag.

december 2016

Jannet en Jan-Willem Scheurwater

literatuur:
- Miroslav Ivanov, Dvorak in Amerika, Auf den Spuren eines großen Musikers, edition q, 1998
- Kurt Honolka, Dvorak, rororo, 1974/2010

cd-Tip:

- Nikolaus Harnoncourt, Koninklijk Concertgebouw Orkest, Symphonie 9 Warner Classics, 2006
- Lorin Maazel, Wiener Philharmoniker, Symphonien 8 & 9, Deutsche Grammaphon, 1990
- Withold Rowicki, London Symphony Orchestra, The Symphonies, Decca, 2010


Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.