Blog van Jan-Willem Scheurwater en Jannet Scheurwater over het begrijpen van klassieke muziek

Muze

Muze
De negen muzen — Clio, Thaleia, Erato, Euterpe, Polyhymnia, Calliope, Terpsichore, Urania, Melpomene —Romeinse sarcofaag, 2e eeuw

Die 7 letzten Worte unseres Erlösers am Kreuze, Hob.XX:1a (versie voor orkest 1786)

Goede Vrijdag
In het Spaanse Cadiz is het lang de gewoonte geweest op Goede Vrijdag om 12:00 uur een dienst gehouden ter overdenking van Christus’ kruisiging. Het bijwonen van deze liturgie moet een intense gebeurtenis zijn geweest. De componist Joseph Haydn doet er verslag van en is onder de indruk van de aankleding van de gewijde ruimte: alles is donker gemaakt met zwart gedrapeerde kleden voor de ramen en rondom de pilaren. Slechts één lamp is aan. Alles is gericht op wat met Christus Jezus geschiedt tijdens de uren van zijn kruisdood. De concentratie in Cadiz op de werkelijkheid van Christus’ kruisdood doet me denken aan een oudere vrouw die me ooit vertelde dat zij al vanaf haar jeugd op Goede Vrijdag in de middag naar buiten gaat om te zien of het donker wordt, om vervolgens te bedenken: het is volbracht, het is geschied, het paradijs is opengegaan, zie het licht van de wereld!

Haydn krijgt de opdracht om voor een volgende Goede Vrijdag Christus’ laatste woorden muzikaal te vertolken. Een werk dat passend moet zijn bij de intense eerbied die er op die dag in de christelijke gemeente heerst voor de heilige uren voorafgaand aan Jezus’ dood.

Haydns compositie wordt in 1786 voor het eerst werd opgevoerd. Allereerst zullen we wat inleidende opmerkingen maken, waarna de compositie zelf aan bod komt. 

Een oratorium
Het werk is in feite als een oratorium te betitelen, van hetzelfde genre als bijvoorbeeld het WeihnachtsOratorium van Bach en de Messiah van Handel. Deze muzikale vorm komt voort uit een 'oude' christelijke gebedspraktijk. Een oratorium is namelijk een gebedsruimte in de kerk. Hier ging men volgens die 'oude' gebedspraktijk naar toe voor het bijwonen van de gebeden, waarin een geestelijke voorging. Deze gebeden waren niet algemeen, maar waren geconcentreerd rond een bepaalde bijbelse geschiedenis, persoon of heilige. De geestelijke ging de aanwezigen voor in gebed en wandelde in gebed als het ware het hele leven van die bijbelse figuur of die situatie door. Zo ontstond de muzikale vorm die wij als oratorium kennen. Men nam bijvoorbeeld de figuur Saul, overdacht al biddend gebeurtenissen uit zijn leven, trok lijnen naar het leven van de gelovige bidder en het heden. De structuur van deze vorm van bidden vinden we in de oratoriums terug, zie bijvoorbeeld Händels oratorium 'Saul'. 

Haydns oratorium heeft de focus op Christus’ laatste woorden. Haydn geeft het muzikale gebed als titel mee: ‘De zeven laatste woorden van onze Verlosser aan het kruis’. Hiervoor vraagt hij onze aandacht, onze inspanning. Minutenlange concentratie op Christus’ laatste woorden: kruiswoord voor kruiswoord.

Een veelzeggende aanduiding: Sonate
Het stuk is geschreven met als aanduiding: ‘sonate.’ Haydn schrijft voor ieder kruiswoord van Christus een sonate, zeven sonates in totaal, elk geschreven voor groot orkest. Hieraan laat hij een muzikale introductie voorafgaan en het wordt afgesloten met een deel dat de aardbeving na Christus’ dood vertolkt. 
Een sonate is een oud muzikaal middel wat staat voor ‘gesprek’. Hier verwijst de aanduiding naar een gesprek op Goede Vrijdag. Christus spreekt zijn laatste zeven kruiswoorden uit. Hij doet dat naar Zijn Vader, met wie Hij voortdurend in gesprek is. Tegelijk spreekt Hij tot de omstanders, van de hoofdman tot Maria, van de moordenaar tot de luisteraar van vandaag. 

In Haydns dagen is men in cultureel opzicht zo gevormd, (nog) zo ingewijd in de geestelijke diepte van alles wat leeft, dat men verstaat wat een oratorium, een sonate-vorm inhoudt. Aan deze kracht van de mens is hevig getornd door de rationaliteit van de Verlichting. Wat de Verlichting in ieder geval bereikt heeft, is dat er veel van de basiskennis en het gevoelen om de dingen te kunnen verstaan, verloren is gegaan voor ons dagelijks bewustzijn. ‘t Is zonde.

De oorspronkelijke versie
De meest bekende versie van dit werk in onze tijd is de versie met koorbezetting. Het koor zingt de kruiswoorden en becommentarieert deze in vrome teksten die door Van Swieten zijn geschreven, in opdracht van Haydn. Dit is niet de oorspronkelijke, maar de derde en laatste versie (de tweede versie is voor strijkkwartet). Oorspronkelijk heeft Haydn het  werk voor orkest geschreven, zonder koor. 
is er helemaal geen tekst bij de uitvoering? Jawel, die wordt aan het begin van elk deel uitgesproken door de bisschop, de voorganger. Deze bestijgt de kansel en spreekt de bijbelverzen over het betreffende kruiswoord uit, mediteert er kort over, gaat weer naar beneden, knielt voor het altaar en dan klinkt de muziek, bedoelt om de mensen te ondersteunen bij de overdenking van het kruiswoord, waarna het volgende deel op dezelfde manier gaat.

Uit het feit dat Haydn oorspronkelijk geen koorpartij componeert en alleen orkestmuziek  schrijft, leiden veel moderne commentatoren af dat het Haydn niet zozeer om de kruiswoorden en de christelijke betekenis daarvan gaat, maar om een algemeen menselijk gevoelen, om de weergave van algemeen menselijke dramatiek, in lijn met het heersende Verlichtingsdenken. Ik denk niet dat hiermee recht gedaan wordt aan Haydns persoon en zijn werk. Hij is een gelovig mens geweest. Het componeren,  de inspiratie die hij daarvoor nodig heeft, dat is voor Haydn verbonden met de bovennatuurlijke werkelijkheid van Gods Geest, de hemelse gewesten en de invloed daarvan op de wereld. Voor Haydn liggen wereldlijke zaken en geestelijke zaken in elkaars verlengde: het wereldlijke is afhankelijk van het geestelijke. Dus ook een gewone symfonie, een gewoon muziekstuk heeft voor hem te maken met de geestelijke dimensie van het leven. Een vriend van hem vertelt: ‘Ik hoorde hem eens zeggen dat hij, als het componeren niet lukte, zijn kamer binnenging om zich al heen en weer lopend via een gebedsketting te concentreren op het gebed. Daarna ging hij geïnspireerd verder aan de arbeid van het componeren.’ 

Een concrete aanwijzing dat het Haydn om de specifieke woorden van Christus gaat en niet om een algemeen religieus gevoelen dat aangewakkerd wordt door muziek, geeft de partituur. Op Haydns verzoek worden bij de versies voor orkest en voor strijkkwartet in de partituur bij iedere sonate de betreffende kruiswoorden van Christus geschreven en wel zo dat de kruiswoorden uit te spreken zijn in de beginmaten van iedere sonate. Haydn laat onder de beginnoten van iedere sonate het betreffende kruiswoord schrijven. Dit doet hij om de musici te laten beseffen wat ze spelen, welke boodschap ze moeten overdragen met hun spel. 


Openingsmaten Sonate VII, Vader in Uw handen beveel ik Mijn geest.  

Introductie/Introïtus: 
Het stuk begint met een introductie, een introïtus. Dit deel moet de mensen voorbereiden op wat komt: de zeven kruiswoorden. Het moet de mensen brengen tot aandachtig luisteren, tot meditatief gebed. 
Dit is te horen: Allereerst staat dit openingsdeel in de zogenaamde ‘requiem’ toonsoort; de toonsoort van de dood, d-Moll. De kruiswoorden zijn immers Christus' laatste woorden.
Vervolgens horen we de muziek: Een krachtig begin, de gemeente gaat staan en is bereid om te gaan. Maar tegelijk is er een zekere aarzeling of huivering te horen, want het gaat richting Golgotha. De muziek neemt de luisteraar mee, laat hem de blik als het ware omhoog richten naar het opgeheven kruis, bereidt hem voor op wat er uit Christus' mond zal klinken. 
Naarmate het eerste deel vordert, lijkt de vastberadenheid toe te nemen in de intensiteit van de strijkers, de muziek wordt gewichtig en licht tegelijk. Er spreekt een vastberaden houding uit om net als Maria het woord van Jezus te horen en om te overwegen wat dit toch zeggen wil, om te bewaren en over-leggen in het hart.

I. Pater, dimitte illis, non enim sciunt quid faciunt
Vader vergeef hen, want zij weten niet wat zij doen 
Johannes 19: 17,18 en Lukas 23: 33-34 
Haydn laat in dit deel iets opmerkelijks horen: Het is een langzaam, rustig deel (Largo), weloverwogen, bewogen, alsof Christus zich uitstrekt naar de wereld, met soms een huppeling van vreugde. 
Wat lijkt Haydn hier te willen zeggen? Christus neemt de tijd om dit machtige werk van de afgelopen jaren tot een finale te brengen: vergeef hen! Hij raakt als het ware met zijn stem, met zijn leven alles en iedereen aan, tot de diepste diepten en verste einden toe. Soms klinkt de muziek huppelend, alsof we kunnen meemaken wat voor vreugde het voor Christus geweest moet zijn: de mensen mogen, kunnen en willen vergeven. Dat Hij daartoe de macht had. Christus moet diep gelukkig zijn geweest, intens blij, enkel en alleen al om dit werk: iemand te kunnen vergeven. Ook op dit moment van intens lijden brengt Haydn in de muziek deze vreugde en bewogenheid van Christus tot uitdrukking.

II. Hodie mecum eris in Paradiso
Heden zult u met mij in het Paradijs zijn 
Lukas 23: 39-43 
De muzikale aanduiding die Haydn aangeeft bij dit gesprek (sonate) tussen Jezus en de moordenaar is: grave e cantabile, ernstig en zangerig, een religieus gezang. Het lijkt te beginnen met de stem van Christus, daarna de stem van de moordenaar. Christus’ stem is zangerig, met vriendelijke ernst, vertolkt de klank van het paradijs. De moordenaar huppelt bijna het paradijs binnen als een kind. Christus gaat hem erin voor met de lange lijnen die in de violen te horen zijn. Alsof Christus zich half omdraait naar het huppelende kind achter hem en met een armbeweging het paradijs laat zien. Soms klinkt de sonate zeer beslist: Christus heeft de macht over jou en verschaft de toegang tot het paradijs. Hij drijft de hoorder als het ware naar binnen. Steeds dieper, steeds hoger, steeds meer het paradijs binnen. 

III. Mulier, ecce filius tuus
Moeder, zie uw zoon 
Johannes 19: 25-27
Opnieuw is de aanduiding ‘grave’; ernstig, bewogen. De sonate begint indrukwekkend. Je kunt horen hoe ernstig, bewogen, emotioneel het geweest moet zijn voor Jezus om daar zijn moeder te zien en Johannes, de discipel die hij liefhad. Jezus ziet de liefde van zijn moeder en haar pijn om Hem. In deze woorden geeft Hij haar troost, door haar iemand aan te wijzen bij wie ze in de toekomst haar plek zal hebben.
De toonsoort van deze sonate, van dit tafereel, is E-Dur. Dat staat voor een opkomende vreugde, een beginnend lachen dat doorbreekt. Echter nog wel verborgen onder de omstandigheden. Haydn laat hier zien dat onder het verdriet van dit afscheid de vreugde opkomt van nieuwe mogelijkheden, van een nieuwe weg die hier gewezen wordt voor Maria en Johannes, een nieuw bestaan dat opengaat voor Maria als moeder en Johannes als zoon.
Haydn is een meester- exegeet in de duiding van deze gebeurtenis tussen moeder, zoon en discipel.
Haydn zelf hecht veel waarde aan zijn moeder, het dorp en huis waar hij is opgevoed. Jaarlijks bezoekt hij zijn geboortedorp en familie en verrast hen dan met een maaltijd en geschenken. Naar vrienden toe haalt hij regelmatig herinneringen op aan zijn moeder, die hij bewonderd heeft. 

IV. Deus meus, Deus meus, ut quid dereliquistime?
Mijn God, Mijn God, waarom hebt U mij verlaten? 
Mattheüs 27: 45-46 (Largo)
Deze sonate  is het langste deel van dit oratorium. Het kruiswoord vormt een keerpunt in de kruiswoorden. Waren de eerste woorden op ons mensen gericht, vanaf nu is de concentratie van Christus gericht op dat deel van Zijn werk, waardoor Hij de wereld openbreekt, van richting laat veranderen, uit de vastgelopen situatie loswrikt. 
Deze woorden van de Verlosser worden largo (langzaam) vertolkt. Het is een kruiswoord dat uitdrukking geeft aan diepe innerlijke smart. In de muziek is te horen hoe de vragende bede omhoog gaat. 
De toonsoort waarin deze sonate is geschreven, f-Moll,  heeft te maken met een tragedie die zich voltrekt, niet zozeer uiterlijk als wel innerlijk. 

V. Sitio
Mij dorst 
Johannes 19: 28 (Adagio)
In de beginmaten wordt allereerst met kracht het woord ‘Sitio’ (mij dorst) in klanken uitgesproken en hoor je waar Christus om vraagt: een druppel water om zijn dorst mee te lessen. In de muzikale vertolking van de druppel klinkt de dramatiek door waarmee Hij zelf over de druppel water sprak, in het verhaal over de rijke man in de hel. Alsof Haydn wil zeggen: Hij wordt werkelijk aan iedereen gelijk. In de violen zijn waterdruppels te horen in de eerste maten, direct daarna een venijnige pijnscheut, veroorzaakt door de dorst.

VI. Consummatum est.
Het is volbracht 
Johannes 19: 29-30 (Lento)
In deze sonate is nog duidelijker dan in de overige delen te horen hoe het kruiswoord uit te spreken is op de melodie van de eerste maten. Het laat de mensen de woorden als het ware mee spreken in gebed: ‘Consummatum est.’ Steeds komen deze noten terug, steeds herhaalt Haydn: ‘Het is volbracht!’
De sonate klinkt plechtstatig, vol van innerlijke kracht. Het deel begint in de toonsoort g-moll; dat is de plechtige toonsoort voor de dood. Maar dan gaat de sonate over in G-Dur, de toonsoort van trouwe liefde en oprechte vriendschap: Jezus’ dood brengt verlossing, opening. Hij heeft zijn trouwe liefde en vriendschap jegens God volbracht en van God naar de mensen. Er klinken kinderlijk blije en eenvoudige klanken, de noten huppelen en dansen bijna, de zware ondertoon van ‘consummatum est’, het is volbracht, blijft eveneens klinken. Het blijft de grondtoon van deze sonate. 

VII. Pater, in manus tuus comendo spiritum meum
Vader, in Uw handen beveel Ik mijn Geest 
Lukas 23: 44-46 (Largo)
Een innig woord. Het Evangelie staat niet toe om eenzijdig de nadruk leggen op ‘Mijn God, mijn God waarom hebt U mij verlaten?’ Het laatste kruiswoord van Christus getuigt immers van een grote liefde en overgave naar zijn Vader. Zo hoort Haydn dit kruiswoord. De toonsoort is daarom Es-Dur, de oude toonsoort van de liefde. Het is dezelfde toonsoort als die waarin Jezus zijn moeder en lievelingsvriend toesprak. Haydn wil ons laten zien dat Christus’ liefde en bewogenheid tot het aardse leven, zijn moeder en Johannes, voortkomt uit de liefde tussen hem en de Vader. De zorgvuldige, liefdevolle omgang van God de Vader en de Zoon is de liefde die Christus heeft en geeft aan de mensen. Haydn laat zien dat in deze liefde God en mensen, hemel en aarde verbonden zijn. Deze liefde is allesbepalend. De toonsoort en de muziek getuigen van liefde, lachen, vreugde, genieten. Hij kwam immers uit de hemel, van de Vader en zo zei Hij: ‘Ik keer terug naar de Vader om de eerste drie kruiswoorden waar te maken voor de gehele wereld, voor alle mensen.’ 

De aardbeving 
(Presto con tutta la forza)
Het indrukwekkend slot breekt aan. Christus spreekt zijn laatste woorden uit, sterft en dan lezen we dat de aarde beeft, de doden herrijzen. Haydn eindigt zijn oratorium met deze aardbeving. Het is niet zo makkelijk om dit te duiden. Het begin van Haydns oratorium is duidelijk: hij richt de aandacht op de kruiswoorden, die vertolkt zullen worden. Het einde daarentegen is raadselachtiger: Waarom afsluiten met de aardbeving, die in de Evangeliën vermeld wordt? Het is niet gebruikelijk om zonder het zicht op Pasen af te sluiten, zonder een zekere hoop. In de tranenzang van de Mattheüs Passion van Bach bijvoorbeeld klinkt deze hoop daarom door. 
Waarom eindigt Haydn met de aardbeving?
Er wordt wel gezegd dat Haydn hiermee twijfel uitspreekt aan de verzoenende kracht van Christus’ werk op Goede Vrijdag, twijfel aan de historische wending van Goede Vrijdag en Paasmorgen.
Vanwege de bezieling en intentie waarmee Haydn de zeven kruiswoorden geschreven heeft, vraag ik me dit af. Allereerst is deze aardbeving in de Bijbel niet louter angstaanjagend. De Evangelist Mattheüs meldt dat de aarde beefde na de laatste woorden en de daaropvolgende dood van de Zoon van God. De schepping lijkt te reageren op het sterven van de Heiland der wereld, die zij herkent heeft als de nieuwe Adam. De schepping ziet uit naar de toekomst onder Hem en daarom viert de aardbodem als eerste het werk van Christus. (Psalm 97: Gij aarde, zee en eiland, verheugt U in Uw Heiland).
Wat Haydn bereikt met dit slot is dat de vanzelfsprekendheid, die kan heersen over de bekende geschiedenis, doorbroken wordt. Optimisme en vooruitgangsgeloof, maar ook gewenning kunnen de gedachte laten opkomen dat het haast vanzelfsprekend is: vandaag Goede Vrijdag, natuurlijk wordt het zondag Pasen en staat Hij weer op uit het graf. De kracht verdwijnt bij de verstandelijke benadering van deze boodschap. Het is geen Persoon meer die Zijn leven op Goede Vrijdag geeft, die de wereld van richting laat veranderen. Zo verliest Pasen verliest zijn kracht: het is geen wereldingrijpend, schokkend gebeuren meer.
Mijns inziens wil Haydn de gemeente halt laten houden bij deze aardbeving om de vanzelfsprekendheid te doorbreken. Om de luisteraars weer de schok, de ontzetting van de Romeinse hoofdman over honderd te laten ervaren. Om luisteraars met hun hele menszijn, hun verstand, maar ook met hun ziel, hun gemoed, hun geest, te doordringen van wat geschied is.

De toonsoort van dit stuk is c-Moll, dat vanouds her staat voor een liefdesverklaring, maar ook voor een klacht over een ongelukkige liefde, voor onvervuld verlangen. Passend gekozen door de componist. Christus sterft immers uit liefde voor de wereld, terwijl zijn verlangen naar herstel van de mensen nog niet vervuld is vlak na zijn dood. De voltooiing wacht, de Paasmorgen en wederkomst wacht nog. En dat geldt ook voor de schepping en de mensheid. 

In dit deel zijn trompetten te horen, dat is geen beeld van twijfel, maar van koninklijke triomf. Trompetten als beeld van de Koning die komt, als teken van het Koninkrijk. 
Jezus zegt: ‘Als u zult horen van aardbevingen, dan zult u weten dat Mijn komst aanstaande is'. Alles zal openbreken, opstaan en nieuw worden. De bazuin, het trompetgeschal zal gehoord worden. Daarom gaf de aardbeving gaf de mensen op die Goede Vrijdagmiddag hoop. 

Lijdenstijd 2016

Jannet en Jan-Willem Scheurwater


Cd tipp!
- Versie voor orkest: 
Le concert des nations, Jordi Savall  
(indrukwekkende interpretatie, elke sonate wordt voorafgegaan door de bijbelteksten en kruiswoord in het Latijn zoals het ooit klonk in de kerk in Cadiz. Toelichting in cd-boekje is een nietszeggende toelichting helaas)
- Versie voor orkest en koor: 
Concentus musicus Wien, Nicolaus Harnoncourt 
(6 cd-box verschillende religieuze werken van Haydn en een goede toelichting op de werken)
- Versie voor strijkkwartet: 
Cuarteto Casals

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.